Zin en onzin van 'Purpose'.
In de arena van het hedendaagse bedrijfsleven resoneert een woord dat van kantoor naar kantoor echoot: 'Purpose'. Het lijkt bijna alsof bedrijven en hun consultants een nieuwe heilige graal hebben ontdekt, een die niet alleen winst nastreeft, maar ook maatschappelijke waarde en voldoening belooft. 'Purpose' is niet slechts een strategisch besluit, maar een roeping, een diepe wens om meer te zijn dan slechts een lucratieve onderneming. Maar, voordat we ons laten meeslepen in dit optimistische verhaal, moeten we erkennen dat het vraagstuk van 'purpose' in het bedrijfsleven een doolhof is van verwarrende signalen en conflicterende reacties.
Aan de zijde van 'purpose' pleiten voorstanders dat bedrijven met een diepgaande maatschappelijke missie niet alleen financieel succesvoller zijn, maar ook beter in staat zijn talent aan te trekken en klanten te behouden. Het idee dat een bedrijf een bijdrage levert aan het welzijn van de samenleving, heeft momentum gewonnen. De B Corp-beweging, bijvoorbeeld, streeft ernaar bedrijven te certificeren die niet alleen winst najagen, maar ook ethische, sociale en ecologische normen hoog houden.
Aan de andere kant staan de sceptici, die 'purpose' zien als een valse façade, een listige marketingtruc om de werkelijke bedoelingen van bedrijven te maskeren. Voor hen zijn bedrijven primair verantwoording schuldig aan hun aandeelhouders, niet aan de samenleving als geheel. Het streven naar ethische normen boven het wettelijk vereiste wordt door sommigen beschouwd als een verwerpelijke vertoning, een luxe voor de gevestigden.
Echter, er zijn bedrijven die verder gaan dan de B Corp-certificering; zij omarmen 'purpose' als een levensfilosofie. Deze bedrijven streven niet alleen naar winst en ethische normen, maar nemen actief deel aan mondiale vraagstukken door samen te werken. Ze omarmen sociale rechtvaardigheid, ecologische duurzaamheid en gemeenschapsontwikkeling als integrale bedrijfsdoelen.
Maar kunnen deze nobele doelen de wereld redden? Hier botsen twee cruciale kwesties. Allereerst lijkt ego-georiënteerd kapitalisme haaks te staan op pro-sociaal gedrag. Het idee van ongebreidelde winstmaximalisatie lijkt in conflict te zijn met de pro-sociale idealen van 'purpose'. Ten tweede, kunnen deze bedrijven de wereld daadwerkelijk redden, gezien de klimaatcrisis als een zwaard van Damocles boven ons hangt? Moeten overheden niet via wetten, reglementen, belastingen en subsidies dwingende maatregelen afdwingen?
Het antwoord is complex. 'Purpose' in het bedrijfsleven is een krachtige hefboom voor positieve verandering, maar het vergt ook een herziening van diepgewortelde overtuigingen en structuren. Het is een oproep tot een paradigmaverschuiving, waar bedrijven niet alleen rekenschap afleggen aan aandeelhouders maar aan de wereld om hen heen. Dit strekt zich uit tot toekomstige generaties.
Als de B Corp-beweging iets duidelijk maakt, is het dat het nastreven van hogere ethische normen geen privilege is van de elite; het is een keuze die bedrijven van elke omvang kunnen maken. Terwijl de wereld geconfronteerd wordt met de klimaatcrisis en sociale onrechtvaardigheid, kunnen 'purpose'-gedreven bedrijven dienen als leidende lichtbakens naar een duurzamere toekomst.
Het is een ingewikkelde reis, met voor- en tegenstanders, ethische dilemma's en existentiële vragen. Maar misschien ligt de redding van onze wereld wel in handen van diegenen die 'purpose' niet als een modewoord zien, maar als een leidraad voor een betekenisvol bestaan. In de zoektocht naar 'purpose' in het bedrijfsleven, ontvouwt zich een verhaal dat meer is dan winst en verlies, maar over de betekenis die we aan onze leven willen geven.