Tragedie van creativiteit en passie.
We gaan terug naar de jaren 1930, een tijd van intellectuele en creatieve opwinding. De lucht hing zwaar als een deken over de straten van Cambridge, waar Harvard University haar ivoren toren oprichtte. Binnen die muren, tussen het zweet en het stof van geleerden, groeide iets wat het diepste van de menselijke geest zou openrijten: de Thematic Apperception Test. Het was Henry A. Murray, die lange magere professor, en Christiana D. Morgan, een vrouw met ogen zo diep dat ze geheimen uit je konden sleuren, die samen iets onheilspellends creëerden.
Murray, niet zomaar een professor, maar een kerel met een schedel als een kale rots en een briljant brein daarachter verstopt. En Morgan, god, Morgan… Zij was geen gewone vrouw. Nee, ze was een lekenpsychoanalist, wat dat ook mocht betekenen, maar meer dan dat, ze was een vlam, een druppel bloed in een wereld van grijze muizen. Samen, daar in die verstikkende hitte, begonnen ze iets wat zo diep zou snijden dat het de ziel zou blootleggen.
De TAT, ja, een test die, net als een rivier die zich door het landschap vreet, de verborgen verlangens en zorgen van de mens blootlegt. Een stapeltje tekeningen, meer niet, maar wie ze ziet, wie zijn eigen verhaal eraan vastknoopt, voelt hoe iets uit het diepst van zijn wezen naar de oppervlakte sijpelt. Het is een spiegel, zo vervormd dat het haast een venster wordt, een venster naar die krochten van de ziel die je anders nooit te zien krijgt.
De test, geboren uit de samensmelting van liefde en tragedie, zoals zoveel dingen in dit universum. Murray en Morgan, ja, zij waren de scheppers. Maar hun liefde was er een van rotsen die op elkaar botsten, van scherven die hun weg baanden door vlees. Samen ontwierpen ze de TAT, sleutelden eraan, tot er versies kwamen, steeds verfijnder, alsof ze probeerden de perfectie te vinden die ze in hun eigen leven kwijt waren. Maar de scheuren zaten al diep. Morgan, vaak op de achtergrond geduwd, als vrouw, als wetenschapper, raakte steeds verder verstrikt in de duisternis. Alcohol werd haar metgezel, en op de Maagdeneilanden, omringd door de warme gloed van de ondergaande zon en de zoute geur van de oceaan, verdronk ze uiteindelijk in haar eigen wanhoop. Murray keek toe, machteloos.
De TAT bleef bestaan, net als de herinnering aan die pijnlijke liefde. Het werd een van de meest gebruikte technieken in de psychologie, een venster naar die donkere plekken in de menselijke geest waar woorden geen grip op kregen. Na de Tweede Wereldoorlog grepen de psychoanalytici de TAT met beide handen aan, alsof ze met die test de littekens van de oorlog wilden helen. En in de jaren ’70, toen de wereld hunkerde naar zelfontplooiing, werd de TAT een sleutel tot persoonlijke groei, een middel om je eigen driften en verlangens te ontcijferen.
Het principe was simpel: je kreeg een tekening voor je neus en dan moest je een verhaal vertellen. Wat gebeurt er hier? Hoe is het zover gekomen? Wat voelen de personages? Waar gaat het naartoe? Maar het simpele was bedrieglijk. Onder de oppervlakte schuilde een diepe oceaan aan emoties, verlangens, conflicten.
Toch, de kritiek kwam ook, zoals altijd. Wetenschappers knorden over de psychometrische tekortkomingen, de onbetrouwbaarheid, de gebrekkige standaardisatie. Ze wilden alles in hokjes en vakjes proppen, vergelijken en meten. Maar de TAT, dat was geen meetlint, het was een penseel dat de contouren van een menselijk leven schilderde, vol grillige lijnen en onuitgesproken kleuren.
Vandaag de dag leeft de TAT nog steeds, hoewel in afgeslankte vorm. De tijd haalde de test in, de culturele afstand groeide, en de beelden, ooit zo provocerend, begonnen te verbleken. Toch, wie goed kijkt, ziet nog steeds de waarde ervan. Het vermogen om die onzichtbare scheuren in de menselijke geest op te sporen, om de conflicten, de objectrelaties, bloot te leggen die onder het oppervlak borrelen.
Een test geboren uit liefde en intellect, uit verlangen en tragedie. Net als zoveel dingen in dit universum blijft de TAT voortleven, niet alleen in de wereld van de psychologie, maar in de verhalen die mensen erover vertellen, verhalen die ons keer op keer terugvoeren naar dat moment, daar op de Maagdeneilanden, waar liefde en dood elkaar de hand reikten.